Zaal 6 – Anton Pavlovitsj Tsjechov

Nov 26, 2017
Anton Pavlovitsj Tsjechov (1860 - 1904)
Anton Pavlovitsj Tsjechov (1860 - 1904)

In haar lezingen laat slaviste Nele Ninclaus kennis maken met grote schrijvers uit de Russische klassieke literatuur. Naast roemrijke kleppers als ‘Anna Karenina’ en ‘Misdaad en straf’ komen ook minder bekende pareltjes aan bod. In deze rubriek van Spasibo lees je meer over de auteur, inhoud en cultuurhistorische achtergrond van enkele werken die in de lezingen aan bod komen.

Arts en schrijver
In ‘Zaal 6 slaagt Tsjechov erin om de lezer te laten voelen hoe dun de grens tussen gezond en gestoord, tussen gezondheid en waanzin is. Hij tekent ons die grens niet, hij laat net zien dat die grens niet aan te wijzen valt, dat de mens die grens onmerkbaar kan overschrijden. Als dokter én schrijver was hij de aangewezen persoon om hierover te schrijven. Zelf beschouwde hij de geneeskunde als zijn hoofdbezigheid. Hij zei daarover meer dan eens: “Buiten de geneeskunde, mijn wettige vrouw, heb ik ook een maîtresse, de literatuur.” En ook: “De geneeskunde is een ernstige zaak, de literatuur is een spel.” Ook zijn volgend verhaal ‘De zwarte monnik’ is in dit opzicht interessant. Dit verhaal beschrijft de ontwikkeling van een neurose.

Diepgang
‘Zaal 6 werd geschreven in 1892. In zijn jonge jaren was Tsjechov vooral een auteur van humoristische korte verhalen. Maar kort nadat Tsjechov was teruggekeerd van Sachalin, waar hij het leven van duizenden dwangarbeiders had bestudeerd, ging zijn werk zich kenmerken door meer diepgang en misschien ook wel door een grotere sociale bewogenheid. Toch weigerde Tsjechov steevast om uitleg te geven bij zijn verhalen. Hij beschreef het leven zoals dit zich aan hem voordeed, bijna fotografisch.

Dokter Ragin
De plaats waar het verhaal zich afspeelt, is een zijvleugel van een oud, vervallen, provinciaal ziekenhuis, waar geesteszieken worden ondergebracht. Ze leven er in miserabele omstandigheden tussen de wandluizen en kakkerlakken, krijgen geen medische zorg en lijken door de godganse wereld achtergelaten en vergeten. Dokter Andrej Jefimovitsj Ragin staat aan het hoofd van dit ziekenhuis. Het is een zwakke man, tot wie de ellende van de patiënten nauwelijks doordringt. Hij brengt aanvankelijk sporadische bezoekjes aan de gestoorden, maar algauw zoekt hij de vergetelheid op in de drank, filosofische gedachten en boeken en zoute augurken.

Ivan Gromov
Ivan Dmitritsj Gromov is een intelligente jongeman die lijdt aan achtervolgingswaanzin. Tsjechov beschrijft op een heel geloofwaardige manier de ontwikkeling van zijn aandoening. “Zoals bij hem ‘s morgens steeds het geval was, voelde hij zich somber gestemd.” Deze nog vrij onschuldige zin, wordt iets verder gevolgd door: “Toen hij met zijn werk klaar was en terugging naar huis, ontmoette hij in de buurt van de post de politie-inspecteur, die hij kende; deze groette hem en liep een paar passen met hem mee; dit kwam hem om de een of andere reden verdacht voor.” Daarna begint de zieke echt te worstelen met zichzelf: “… een onverklaarbare innerlijke onrust verhinderde hem te lezen en zorgde ervoor dat hij onmogelijk zijn gedachten bij elkaar kon houden.”

‘Zaal 6’ werd in 2009 verfilmd door regisseur Karen Sjachnazarov, met Vladimir Iljin (Ragin) en Aleksandr Vertkov (Gromov) in de hoofdrollen.
‘Zaal 6’ werd in 2009 verfilmd door regisseur Karen Sjachnazarov, met Vladimir Iljin
(Ragin) en Aleksandr Vertkov (Gromov) in de hoofdrollen.

En ook: “De volgende morgen stond Ivan Dmitritsj hevig ontsteld van zijn bed op, zijn voorhoofd was nat van koud zweet; hij was er nu volkomen van overtuigd, dat men hem ieder ogenblik kon gevangen nemen. Wanneer, zo dacht hij, de sombere gedachten van gisteren hem zo lang bijbleven, moest dit een bewijs zijn, dat er enige waarheid in stak.” Hoewel Gromov nooit iets misdaan heeft, is hij er heilig van overtuigd dat hij opgepakt zal worden. Want iedereen kan toch het slachtoffer worden van een gerechtelijke dwaling? “En voor Ivan Dmitritsj braken er dagen en nachten vol kwelling aan. Ieder, die langs zijn raam liep en de binnenplaats betrad, scheen hem een spion of geheime politieman.”

Waanzin
Stap voor stap merk je hoe zijn gedachten steeds dwingender een loopje met hem nemen. “Ivan Dmitritsj sidderde bij iedere ruk aan de bel en bij elk kloppen op de voordeur; het beangstigde hem, als hij bij zijn hospita een vreemd gezicht zag.”
“Die nacht bleef hij tot de dageraad aanbrak midden in zijn kamer staan zonder zich te verroeren, luisterend naar ieder gerucht. In de vroegte, voor zonsopgang, kwamen er een paar kachelsmeden bij zijn hospita. Hij wist heel goed, dat zij gekomen waren om in de keuken het fornuis te verplaatsen, maar zijn angst fluisterde hem in, dat het als kachelsmeden verklede politieagenten waren.” Gek geworden door die vrees en helemaal vastgelopen in zijn eigen hersenspinsels, wordt zijn angst werkelijkheid, wanneer dokter Ragin hem uiteindelijk onderbrengt in zaal 6 . Daar wordt Ivan Gromov één van de vijf vaste bewoners.

Filosofische gesprekken
Geleidelijk aan zakt dokter Ragin weg in een soort lethargie. Het leven, de mensen, alles komt hem zinloos voor. Hij stelt zich vaak de vraag: “Waartoe dient dit alles?” Hij voelt zich afgesloten van het echte leven in Moskou of Sint-Petersburg. Wat moet hij beginnen in dit afgelegen oord, waar geen cultureel leven is, niemand om mee te praten, waar ellende en mistroostigheid hoogtij vieren? Dit gemis vult hij op met gesprekken met Gromov. De dokter vindt in Gromov een gelijkwaardige gesprekspartner. Steeds vaker gaat hij hem opzoeken in zaal 6, waar ze dan diepgaande filosofische gesprekken voeren over thema’s als vrijheid en opsluiting, de zin van het leven, het bestaan van God en de onsterfelijkheid van de ziel.

Nele Ninclaus is slavist van opleiding en werkt als leerkracht Russisch in het volwassenenonderwijs.
Nele Ninclaus is slavist van opleiding en werkt als leerkracht Russisch in het volwassenenonderwijs.

Vrijheid
Gromov lijdt enorm onder zijn opsluiting. Hij wil leven, de wereld veranderen. Op de vraag waarom hij opgesloten blijft in zaal 6, terwijl dozijnen, honderden krankzinnigen vrij rond lopen, antwoordt de dokter gelaten: “Aangezien er nu eenmaal gevangenissen en gekkenhuizen zijn, moet er toch iemand in zitten. Bent u het niet – dan ben ik het, ben ik het niet, dan is het een derde.”
En verder: “Tussen een warme, gezellige studeerkamer en deze zaal is helemaal geen verschil. Rust en tevredenheid krijgt een mens niet van buiten, maar ze liggen in hem zelf. De gewone mens verwacht het goede of kwade van buiten af, maar de denkende mens weet, dat het in hem zelf ligt.” Tja. Voor Gromov is dit een magere troost.

Chobotov
De talrijke gesprekken tussen Ragin en Gromov wekken verbazing bij dokter Chobotov, een jonge arts die door de plaatselijke overheid aangewezen werd om het werk van Ragin te verlichten. Chobotov begint aan de geestelijke vermogens van zijn collega te twijfelen. Ragin moet voor een commissie verschijnen en men raadt hem aan minder te drinken, rust te nemen en op vakantie te gaan, afstand te nemen van zijn werk. Op dit moment in het verhaal is het duidelijk voelbaar hoe het zal aflopen met dokter Ragin.

Wroeging
De arts belandt zelf in de zijvleugel, hij wordt de zesde bewoner van zaal 6. Wanneer dit tot hem doordringt, wordt Ragin voor het eerst echt kwaad en opstandig. Tot Nikita, de opwachter, hem al even hardhandig aanpakt als alle andere patiënten. “En plotseling overviel hem, midden in de chaotische verwarring van zijn brein, zeer helder de gedachte, de verschrikkelijke, ondraaglijke gedachte, dat vele jaren lang, dag in dag uit, deze mensen hier, precies dezelfde pijn moesten hebben uitgestaan als hij. Hoe was het toch mogelijk geweest, dat hij daar in de loop van meer dan twintig jaar niets van had geweten en er ook niets van had willen weten? Hij had nooit lijden gekend, hij had er geen begrip voor gehad, bijgevolg trof hem ook geen schuld; maar het geweten, dat evenmin met zich laat onderhandelen en even brutaal is als Nikita, deed hem van het hoofd tot de voeten van koude huiveren.”
Ragin sterft de volgende avond ten gevolge van een beroerte. Hij sterft, nadat hij zich bewust is geworden van de fout die hij heeft gemaakt: uit luiheid accepteerde hij de wreedheden die zich voor zijn neus afspeelden en die hij had moeten veroordelen.

Betekenis
‘Zaal 6 wordt algemeen als het meest sombere verhaal van Tsjechov beschouwd. Aleksej Soevorin – zakenman, multimiljonair, ultraconservatief én uitgever van de grootste krant van die tijd ‘Novoje Vremja’ – schreef na lezing van het verhaal meteen een brief aan de auteur. Wat had hij in godsnaam willen aantonen met deze vertelling? En hoewel Soevorin een heel goede vriend (en geldschieter) was, wou hij zelfs aan hem geen uitleg geven. Hij antwoordde slechts: “Wij beschrijven het leven zoals het is, en verder niets. Gesel ons, wij zullen niet méér kunnen. Er zit geen politieke boodschap in het werk, wij geloven niet in de revolutie, wij bestaan zonder God, wij zijn niet bang voor spoken, en, wat mij persoonlijk betreft, ik ben voor niets bang, zelfs niet voor de dood of blindheid.” (brief van 25 november 1892)

Pamflet
De lezer is dus volledig op zichzelf aangewezen om dit verhaal van betekenis te voorzien. Volgens biograaf Henri Troyat is het zonneklaar dat dit grauwe verhaal een pamflet was tegen het regime. De dokter zou dan symbool staan voor de aan lager wal geraakte intelligentsia en de wrede opzichter Nikita zou het tsaristisch gezag belichamen. Zaal 6 op zich staat dan symbool voor Rusland, een mentale gevangenis. (Henri Troyat, ‘Tsjechov’, uitgeverij de Prom, ISBN 90 6801 042 5, p. 151 – 152)

Of bevat het verhaal een verborgen kritiek op de leer van Tolstoj en zijn volgelingen? Tolstoj predikte het principe van de ‘geweldloze weerbaarheid’: je mocht geen geweld gebruiken om het kwaad te bestrijden. Hoewel Tsjechov vol ontzag was voor de grote werken van Tolstoj en hem bewonderde als kunstenaar, kon hij de religieuze en filosofische opvattingen van de man helemaal niet aanhangen. Een hoogst interessante analyse van ‘Zaal 6 , waarin beide standpunten aan bod komen, vinden we bij Dmitrij Bykov, een hedendaagse Russische schrijver en docent Russische literatuur.

Levensmotto
Een van de broers van Anton Tsjechov was kunstenaar. Nikolaj Tsjechov was begiftigd met een uitzonderlijk talent, zo hield Anton altijd vol. Hij illustreerde enkele vroegere verhalen van zijn broer. Jammer genoeg was hij verslaafd aan de drank. Volgende passage komt uit een brief van Anton Tsjechov aan zijn broer: “Wat nodig is, is zonder oponthoud werken, dag en nacht, voortdurend lezen, studeren, wilskracht hebben. Ieder uur is kostbaar. Sla je karaf vodka stuk!”. De brief dateert van 1886, zes jaar voor hij ‘Zaal 6 schreef. Maar het zou het levensmotto van Tsjechov kunnen zijn. En het zou ook de vermaning kunnen zijn die we aan Ragin willen geven: vlucht niet in de drank, noch in eindeloze filosofische bespiegelingen die je van je taak weghouden. Sta op, werk, probeer je nuttig te maken voor de medemens.

Tekst: Nele Ninclaus

Vorig artikel De Notenkraker, Charkov Staats Opera en Ballet Theater
Volgend artikel Een stad, 5

Juli 2023

Ons steunen

Deel je Trakteer ons op een 
Spasibo bestaat zonder geld, maar niet zonder inspanning. Vind je een artikel leuk? Doneer voor een vrijwilligersvergoeding van je favoriete auteur. Elke cent telt!