Tijd, 2

Jan 8, 2018
Busstationsplein in Kazatsjinskoje
Busstationsplein in Kazatsjinskoje

Onze bus komt tien minuten voor vertrektijd aan op het busstation. Hoewel onze lerares gezegd had dat we ons paspoort nodig hebben om een busticket te kopen, werd ons dat niet gevraagd op het moment van aankoop. We hebben al geleerd geen documenten aan te bieden als daar niet uitdrukkelijk om wordt gevraagd. Maar wat staat er dan op de lijst die de vrouw aan de andere kant van het hekje bij zich heeft? En waarom schuiven onze medereizigers met opengevouwen paspoort aan? Geen idee. Ook wij schuiven aan met opengevouwen paspoort en een erin gesloten ticket. Enkel dat laatste wordt gecontroleerd.

Hoewel ik enkel een klein rugzakje draag, denk ik dat het makkelijker is, mocht dat in de bagageruimte van de bus gedeponeerd worden. Ik neem mijn zonnebril, mijn camera, wat water en een trui uit mijn rugzakje. De tweede dame die opnieuw – maar nu aan de openstaande bagageruimte – de tickets controleert, vraagt me waar mijn ticket is. Het ligt toch mooi opengevouwen in mijn voorgehouden paspoort? Is het echt te veel moeite om dit zelf te nemen? Ik overhandig haar het ticket. Nog is het niet goed genoeg? Voor bagage in de bagageruimte moet je vooraf een apart ticket kopen. Mijn rugzakje gaat samen met mij de bus op.

Stipt op tijd vertrekt de bus. Krasnojarsk is een grote stad. We rijden ruim een half uur voordat we de stad echt verlaten hebben. De busreis is al geslaagd: links en rechts van ons de uitgestrekte taiga die mij laat wegdromen. Bijna zonder het te merken, wordt die taiga meer en meer onderbroken door eerst kleinere, dan grotere tot immense graanvelden. Tientallen kilometers rijden we in deze eentonige omgeving van tarwevelden. Het kort voor onze reis gelezen artikel dat Rusland dit jaar de grootste exporteur ter wereld van tarwe wordt, krijgt hier visueel vorm.

Na anderhalf uur rijden, stopt de buschauffeur een eerste maal om een pauze te nemen. Voor hij uitstapt, zegt hij duidelijk hoe lang hij op deze parking zal blijven: tien minuten. Net voldoende tijd om aan te schuiven aan de twee hudo-toiletten.

Lieven Vandenhole
Lieven Vandenhole

Ik zie een bord dat aanduidt dat we bijna in Lesosibirsk aankomen. De grootste stad op onze weg tussen Krasnojarsk en Jenisejsk. Een kleine zestigduizend inwoners, hét houtcentrum van de kraj Krasnojarsk én verkeersknooppunt. Lesosibirsk ligt lang uitgestrekt langs de rivier Jenisej en is via een speciaal voor het houttransport aangelegde spoorweg verbonden met Atsjinsk (en zo met de rest van Rusland). Op deze spoorlijn rijden geen passagierstreinen.

Dat dit de grootste stad in de wijde omgeving is, merken we ook aan de meerdere haltes die de bus in deze stad houdt. Hij rijdt ruim vijftien minuten om, om het zuidelijk deel van de stad te bedienen. Vanop de bus krijgen we maar een algemeen beeld van deze stad.

Bij het verlaten van Lesosibirsk is één beeld voldoende om me niet enkel een kleine honderd jaar terug te katapulteren maar me meteen ook in een andere wereld – die van ‘Zulajka opent haar ogen’ van Guzel Jachina – te gooien. Ignatov geraakt zwaargewond wanneer hij tussen de vrij drijvende boomstammen belandt die via de rivier worden weggevoerd uit hun ballingsoord Zevehanden. In de Jenisej liggen honderden tot duizenden boomstammen. Op de gegroepeerde boomstammen staan en lopen mensen. Wordt het hout uit Lesosibirsk nog steeds vervoerd door de rivier?

Tekst en foto’s: Lieven Vandenhole

Lees het Dagboek uit Rusland

Vorig artikel Feesten in Rusland
Volgend artikel Tim Theo Deceuninck & Sofya Demskaya, fototentoonstelling

Maart 2023

Ons steunen

Deel je Trakteer ons op een 
Spasibo bestaat zonder geld, maar niet zonder inspanning. Vind je een artikel leuk? Doneer voor een vrijwilligersvergoeding van je favoriete auteur. Elke cent telt!