Road trip naar Toeva, 5

Feb 11, 2019
Sjagonar
Sjagonar

Na de nachtelijke tocht terug thuis op onze kamer in het hotel. Na nog even op de voorbije dag te hebben teruggeblikt, is het nu echt wel bedtijd. Mijn telefoon rinkelt. Oksana om ons aan te raden de wagen vlakbij het politiekantoor te parkeren. Zo verhogen we de kans dat we die morgen (heel) terugvinden. We willen haar raad meteen opvolgen. Maar waar is de autosleutel? Na lang tevergeefs zoeken, rest ons maar één optie. De wagen is voorzien van bewegingssensoren. Zodra de auto beweegt, piept de sleutel drie maal. Ons plan: ik schop tegen de banden en Oksana probeert op basis van het gepiep de sleutel te lokaliseren. Mijn eerste trap. Te zacht. De tweede maal trap ik harder. Oksana hoort de sleutel heel zachtjes piepen. Ligt hij op een andere kamer? Hoeveel keer ik ook tegen de banden trap, steeds klinkt het sleutelgepiep van te ver af om hem terug te vinden. Onze rollen omkeren? Oksana schopt harder dan mij. Gevolg: het anti-diefstalarm van de wagen gaat af. Het is rond middernacht. Het toetert hels, minutenlang. Voordeel: zo lang het alarm scheldt, piept de sleutel. Dit laat me toe met zekerheid te weten dat de sleutel zich in onze kamer bevindt. Ik kieper onze spullen één voor één in de verste hoek. Wordt het gepiep zachter na het vergooien van mijn dagrugzakje? Hoe zou hij daarin verzeild zijn? En toch. De deugniet verschuilt zich tussen mijn zaklamp, enkele zakdoeken en notitieblaadjes. Eens hem gevonden, kan ik het toeterende alarm uitschakelen. Is het deze luide, eindeloos herhaalde boodschap “ik draag een alarm” die maakt dat we hem de volgende morgen op dezelfde plaats en in dezelfde staat terugvinden?

Vroeg in de ochtend. Zo vroeg dat enkel dolende mannen al op pad zijn. Staat er in dit deelgebied statiegeld op petflessen? Om welke andere reden zouden ze deze – tot uit vuilbakken toe – verzamelen? Een zet een door hem gevonden flesje aan de mond om het erin nog resterende restje tot zich te nemen. Een andere doet hetzelfde. Vervolgens vult hij zijn flesje aan het waterstraaltje dat opspuit uit een lekkende waterleiding.

Wanneer de dag ook voor de gewone man is ingezet, gaan Oksana en ik samen op pad. Hoewel ook Oksana hier een vreemde eend in de bijt is, kleven de starende blikken vooral aan mij. Zodra de mijne de hunne ontmoet, verspringt de hunne. Enkel kinderen blijven me na een blikkenontmoeting ongegeneerd aankijken.

We kopen ons ontbijt in het kraampje aan het marsjroetkastation. Echte bussen naar Ak-Dovoerak rijden er al een tijdje niet meer. Ook het restaurant in het cultuurcentrum is van vroegere tijden. De reclame die je moet verleiden daar een maal te nuttigen hangt er nog, het restaurant zelf werd opgedoekt.

Tussen Ak-Dovoerak en Kyzyl
Tussen Ak-Dovoerak en Kyzyl

Tijd om op weg te gaan. 300 kilometer scheidt ons van Kyzyl, de hoofdstad van de republiek Toeva. Ellenlange, verlaten wegen. 

Ongeveer halverwege pauzeren we in de stad Sjagonar, met zijn 11000 inwoners de derde stad van Toeva. Een stad met een geschiedenis – want gesticht in 1888 –  die is verloren gegaan toen de stad geherlocaliseerd werd. De oorspronkelijke stad verdronk in het ten gevolge van de bouw van de Sajano-Sjoesjenskaja-waterkrachtcentrale ontstane stuwmeer. In vogelvlucht is deze waterkrachtcentrale een 150 kilometer verwijderd van het huidige Sjagonar. Met de wagen moet je zo'n 500 kilometer afleggen om deze vogelvluchtafstand te overbruggen.

Tekst en foto's: Lieven Vandenhole

Lees het Dagboek uit Rusland

Vorig artikel Als de Russen komen
Volgend artikel Road trip naar Toeva, 6