Natascha Wodin – Ze kwam uit Marioepol

Jan 15, 2019
Jevgenia Jakovlevna Ivasjtsjenko © Atlas Contact
Jevgenia Jakovlevna Ivasjtsjenko © Atlas Contact

Natascha Wodin is een Duitse schrijfster met Oekraïens-Russische wortels. Ze wordt geboren als kind van dwangarbeiders in 1945 in Nürnberg, in een vluchtelingenkamp. Ze wordt in het Russisch opgevoed en sinds het prille begin van haar leven benijdt ze de Duitse kinderen en schaamt ze zich voor haar afkomst. Ze is amper tien jaar oud, wanneer haar moeder zelfmoord pleegt. Later wordt ze vertaalster Russisch en schrijfster. Talloze boeken zijn met verscheidene prijzen bekroond in Duitsland. Eerder verscheen van haar in het Nederlands De glazen stad. Hoofdthema’s in haar werk zijn ontworteling, vervreemding, ontheemding en de discrepantie tussen innerlijke en uiterlijke werkelijkheid.

Roots
In Ze kwam uit Marioepol gaat Wodin op zoek naar het verleden van haar moeder. Na jaren onderzoek slaagt Wodin er niet alleen in het leven van haar moeder en haar familie te reconstrueren. Ze vindt ook antwoorden op vragen die zich jarenlang vrijpostig aan haar opdrongen. Ze vindt veel meer dan ze ooit had durven hopen. Ze vindt een deel van zichzelf. “Er was mij een uitzonderlijk wonder overkomen. De black box van mijn leven was opengegaan nu mijn eigen leven ten einde liep. Ik hield het voor het eerst in mijn leven voor mogelijk dat ik niet buiten de menselijke geschiedenis stond, maar er deel van uitmaakte, net als ieder ander.” (p. 53)

Erfenis
Hoe scherp zijn de herinneringen aan een persoon die je enkel als kind hebt gekend? Hoe juist of net vertekend zijn de verhalen die je zo lang geleden alleen met mondejsmaat werden verteld? Hoe begin je het speurwerk naar het verleden van iemand die een eeuw geleden geboren werd? En hoe breng je deze zoektocht tot een goed einde, wanneer je bagage bestaat uit slechts “de trouwakte en de arbeidskaart, de drie zwart-witfoto’s en een oude icoon”? (p. 31) “Om een of andere reden schaamde ik me, alsof het een brevet van onvermogen, een schande was zo weinig over je eigen moeder te weten.” (p. 22) “Over haar periode als dwangarbeidster had ze nooit gesproken, zij niet en mijn vader evenmin; ik kon het me althans niet herinneren. Wat ik nog wel van haar verhalen over haar leven in Oekraïne had onthouden, waren niet meer dan een paar vage dwaallichtjes in mijn hoofd.” (p. 23) 

Natascha Wodin © Atlas Contact
Natascha Wodin © Atlas Contact

Onderzoek
Wodin vindt na heel wat heen- en weerschrijven verre verwanten terug, krijgt op aanvraag afschriften van officiële documenten toegestuurd uit Oekraïne en Rusland. Op die manier kan ze de puzzel van het leven van haar moeder reconstrueren, hoewel er altijd vragen onbeantwoord zullen blijven.

Het boek bestaat uit vier delen. Het eerste deel is volledig gewijd aan de speurtocht zelf. Hoe heeft de auteur uiteindelijk haar moeder kunnen traceren? Wie heeft haar daarbij geholpen? Welke obstakels heeft ze moeten overwinnen? Wodin schrijft hier heel open en duidelijk over. Maar slechts stukje bij beetje krijgt de lezer een beeld van de levensgeschiedenis van haar moeder. We lezen flarden van herinneringen, van gesprekken, van e-mails, maar het duurt best lang vooraleer we ons een totaalbeeld kunnen vormen. Misschien was een stamboom in bijlage een handig hulpmiddel geweest? Het boek staat vol namen van (over)grootouders, tantes, ooms, neven en nichten en soms voelde ik me verdwaald tussen al die onbekenden, net als de schrijfster trouwens.

Dagboeken
In haar onderzoek wacht de schrijfster een verrassing: ze stuit op twee dagboeken van Lidia, de oudere zus van haar moeder. Deel twee zoomt in op deze dagboeken en de auteur slaagt erin het onwaarschijnlijke levensverhaal van het gezin van Jevgenia te reconstrueren. Daarnaast zijn de dagboeken een rijke bron van informatie over de geschiedenis. We lezen als het ware een ooggetuigenverslag over de de burgeroorlog na de Russische Revolutie, over de hongersnood, over de tijd van de Grote Terreur (toen de zuiveringsacties van Stalin volop aan de gang waren), over het leven in een Russisch strafkamp, over de Tweede Wereldoorlog. Dat we de grote gebeurtenissen in de geschiedenis jaren later vernemen van iemand die het allemaal aan den lijve heeft meegemaakt, maakt het boek nog indrukwekkender en aangrijpender. 

Heeft de auteur zo lang gewacht om dit boek te schrijven, omdat ze niet alleen haar moeder, maar ook de woorden niet vond?

Jevgenia Jakovlevna Ivasjtsjenko (1920 – 1956)
In deel drie en vier lezen we het droevige levensverhaal van een gevoelige vrouw, die op het verkeerde moment in de geschiedenis geboren werd, op de verkeerde plaats. Deel drie omvat de jaren in Oekraïne, deel vier het leven in Duitsland. Haar hele leven is ze een speelbal van de noodlottige politieke gebeurtenissen in Oekraïne (Sovjet-Unie) en Duitsland. Zoveel leed kan ze niet dragen en op een dag loopt ze gewoon de rivier in... De auteur vraagt zich af, in het begin van het boek, of er wel woorden zijn voor dit alles. Zijn er woorden om het leed te beschrijven van niet alleen haar moeder, maar ook dat van zovele anderen, die hetzelfde lot van achtervolging, deportatie, oorlog, hongersnood en dwangarbeid ondergingen? Heeft de auteur zo lang gewacht om dit boek te schrijven, omdat ze niet alleen haar moeder, maar ook de woorden niet vond?

Marioepol
De hele familiegeschiedenis vindt haar oorsprong in Marioepol, een stad in het zuidoosten van Oekraïne, aan de Zee van Azov. Door de militaire confrontatie tussen Oekraïne en Rusland, die ook deze stad teistert, klinkt Marioepol haar (en ons) bekend in de oren. Marioepol blijkt de stad te zijn waar haar moeder Jevgenia geboren werd en geleefd heeft tot haar deportatie naar Duitsland in 1944. Rond 1915 is Marioepol een multiculturele stad “met Oekraïners, Russen, Grieken, Italianen, Fransen, Duitsers, Turken, Polen en velen van hen zijn joden.” (p. 162)

Adel 
Wodin komt te weten dat de moeder van haar moeder, Matilda Iosifovna, oorspronkelijk Matilda De Martino, van Italiaanse adel was. Haar overgrootvader was dan weer afkomstig van een rijk koopmansgeslacht. Het huis waar haar moeder opgroeide, was ooit een van de mooiste huizen uit de stad, een paleis bijna. Maar dan komt de Revolutie, met in haar kielzog de burgeroorlog. “Intussen heeft de burgeroorlog Marioepol compleet verwoest. In 1922 is geen enkele fabriek nog in bedrijf, de winkels zijn gapend leeg. Nog steeds trekken roversbendes door de stad, elke dag worden er nieuwe gevallen van kannibalisme gemeld.” (p. 192)

Jevgenia Jakovlevna Ivasjtsjenko (links) en haar moeder Matilda Iosifovna De Martino © Atlas Contact
Jevgenia Jakovlevna Ivasjtsjenko (links) en haar moeder Matilda Iosifovna De Martino © Atlas Contact

“In haar tijd was van adel zijn in de Sovjet-Unie het ergste wat er bestond. Het was een misdaad, een erfzonde, de grootste smaad, een reden voor moord. En waarschijnlijk was haar angst vermengd geraakt met zelfverachting en schaamte omdat ze gaandeweg zelf was beginnen te geloven dat mensen zoals zij een minderwaardige uitwas van de maatschappij waren, dat ze het niet verdienden te leven, maar thuishoorden in de vuilnisbelt van de geschiedenis. Ze was niet pas in Duitsland tot Untermensch verklaard, ze was het in Oekraïne al geweest, mijn arme, kleine, waanzinnig geworden moeder, die uit de dichtste duisternis van de bloeddorstige twintigste eeuw kwam.” (p. 50)

Holodomor
Wanneer Jevgenia geboren wordt, is de stad één grote puinhoop. Wildvreemden zijn in hun huis komen wonen. Het is de tijd van extreme schaarste, mensen eten honden en katten op, en tenslotte ook mekaar. Jevgenia lijdt al honger bij haar geboorte en de honger zal een constante blijven in haar leven. Wanneer ze twaalf is, in 1932, begint de immense hongersnood die Holodomor wordt genoemd. Oekraïne met haar vruchtbare zwarte aarde (chernozem) gold als de graanschuur van Europa, maar wordt nu een lijkenhuis. Stalins grote collectivisatie-experiment, zal later de geschiedenis ingaan als genocide op het Oekraïense volk. “Hoewel het tijd is om te zaaien werkt er niemand op het land, alles ligt braak. De onteigening van de boeren heeft de gehele Oekraïense landbouw platgelegd. De boeren die van hun hoeves zijn verdreven, dolen rond en bivakkeren op de natte velden, meestal zijn het vrouwen met hun uitgehongerde, zieke kinderen. Mannen die geweigerd hebben hun bezittingen aan de collectivisatie op te offeren en zich bij een kolchoz aan te sluiten, zijn in kampen gestopt of vermoord. De honger roeit hele streken uit. Er is geen mens meer om de doden te begraven. Ze ontbinden waar ze gestorven zijn. Waanzin en kannibalisme grijpen om zich heen.” (p. 216)

Duitse bezetting, deportatie en dwangarbeid
Op 8 oktober 1941 wordt Marioepol bezet door de troepen van de Duitse Wehrmacht – Hitlers Operatie Barbarossa. Deze operatie moet de Slaven decimeren (!) en Lebensraum voor het Duitse, superieure ras creëren. “Ten tijde van de inval wonen er 240.000 mensen in Marioepol, twee jaar later zijn het er nog 85.000.” (p. 247) De Duitse bezetters beloven het paradijs: er woedt een alomtegenwoordige propaganda, waarbij Sovjetburgers worden opgeroepen voor arbeidsdienst in Duitsland. 

Net door het inleven in dit persoonlijke verhaal, begrijp je als lezer hoe drastisch politieke gebeurtenissen kunnen ingrijpen in iemands leven

Aanvankelijk melden veel mensen zich vrijwillig, in de hoop op een beter leven in Duitsland. Maar algauw worden mensen tegen hun zin gedeporteerd. Jevgenia belandt als dwangarbeidster in Leipzig. “Mijn ouders worden gescheiden, mijn vader komt in een mannenkamp, mijn moeder in een vrouwenkamp. Vanaf dat moment hebben ze geen namen meer, zijn ze alleen nog het nummer dat op hun respectieve arbeidskaart staat. Op de rechterzijde van hun borst moeten ze op hun kleding het embleem ‘OST’ dragen, de minst voordelige aanduiding na de Jodenster.” (p. 266) 

Displaced Persons – DP 
Na de bevrijding door de Amerikanen, zwerven de voormalige dwangarbeiders doelloos rond in heel Duitsland. “Stuurloze mensen, ontredderde, sjofele gestaltes, onderweg. Van de ene op de andere dag is er een nieuwe categorie mensen ontstaan: displaced persons. Miljoenen Slavische niemanden die ook door de Amerikanen algauw met argwaan worden bekeken. Net als Stalin verdenken zij de DP’s van collaboratie met de Duitsers.” (p. 289) 

Aandachtige lezers of historici kunnen heel wat parallellen trekken, op talloze gebieden: honger en armoede in de Duitse kampen en de hongersnood in de SU; de werkkampen in Duitsland, de strafkampen in de SU; Stalin/Hitler; displaced persons / hedendaagse vluchtelingen. Maar de moeder van Wodin heeft daarover wellicht niet kunnen reflecteren. Zij was een speelbal van de gebeurtenissen, ze had ook geen plan voor de toekomst, alles leek haar te overkomen, tot ze onder de te zware last zwichtte. Net door het inleven in dit persoonlijke verhaal, begrijp je als lezer hoe drastisch politieke gebeurtenissen kunnen ingrijpen in iemands leven en hoe machteloos je daarover staat als gewone mens.

Nele Ninclaus is slavist van opleiding en werkt als leerkracht Russisch in het volwassenenonderwijs
Nele Ninclaus is slavist van opleiding en werkt als leerkracht Russisch in het volwassenenonderwijs

Zelfmoord
Jevgenia brengt twee kinderen ter wereld, maar verglijdt langzaam in apathie, depressie en waanzin. Ze is niet in staat te werken of voor de kinderen te zorgen. Nergens kan ze vreugde in scheppen. Natascha Wodin groeit op met de dreigende zekerheid dat er binnenkort iets vreselijks zal gebeuren.

Is een mens opgewassen tegen zoveel leed? Zwicht Natascha’s moeder uiteindelijk onder het gewicht van alle pijnlijke herinneringen, onder het gemis van haar familie, onder de armzalige omstandigheden waarin ze leeft in Duitsland? Een antwoord op deze vraag zullen we nooit vinden. De auteur komt in de loop van haar onderzoek te weten dat verschillende familieleden van moederskant zelfmoord pleegden. Was haar moeder hiertoe ook voorbestemd? Of misschien zorgden een combinatie van beide factoren – omstandigheden en genen – voor de noodlottige afloop?

Ademen
Ik kan me voorstellen dat de adembenemende zoektocht van de auteur haar uiteindelijk ademruimte geschonken heeft. Dat ze door de kennis over en het begrip van het verleden meer zuurstof heeft gekregen. Dat de vragen in haar hoofd plaats hebben gemaakt voor enkele belangrijke antwoorden. En dat ze ergens rust heeft gevonden. Ik had het over het boek in één van mijn lessen. Een student van me, die al jaren bezig is met de reconstructie van het levensverhaal van zijn moeder, was diep onder de indruk. Ook zijn moeder kwam uit Oekraïne, uit een klein dorpje in de streek van Oeman. Ook zij werd gedeporteerd naar Duitsland en ook zij was een 'Ostarbeiterin'. Zij heeft nooit met hem willen praten over haar verleden. Het is frappant, hoeveel gelijkenissen er zijn tussen zijn verhaal en dat van Natascha Wodin. 

Ze kwam uit Marioepol is een bestseller in Duitsland. Voor het boek ontving de auteur al drie literaire prijzen. Zij draagt het boek op aan haar zus. Maar het lijkt geschreven voor de miljoenen slachtoffers van die tijd.

Natascha Wodin – Ze kwam uit Marioepol
Vertaald door Anne Folkertsma
Uitgeverij Atlas Contact
Amsterdam, 2019

Tekst: Nele Ninclaus

 

Vorig artikel Road trip naar Toeva, 2
Volgend artikel Orthodoxe gemeenschap in rouw