Ik zat met drie sjamanen op een bankje…

Jan 24, 2019
© Aleksandr Krjazjev, RIA Novosti
© Aleksandr Krjazjev, RIA Novosti

In haar aangrijpende en humoristische verhaal vertelt vertaalster Madeleine Mes (de Aleida Schotprijs voor 'Abrikozen op sap' van Alexander Solzjenitsyn) over haar reis naar Toevaanse sjamanen.

Ik zat met drie sjamanen op een bankje… 

… op een erg mooie plek aan de Jenisej. Het liep tegen zonsondergang, de rivier kleurde zachtroze in het late licht en de bergen aan de horizon werden steeds donkerder. 

© Madeleine Mes
© Madeleine Mes

Op een strandje vlakbij daalde geruisloos een grote roofvogel neer. Een van de sjamanen noemde de Toevaanse naam van de vogel en toen was het weer stil. Mijn gedachten waren gestopt. Of eigenlijk blijven steken. En wel bij: ‘Wauw, ik zit hier met drie sjamanen op een bankje op een erg mooie plek aan de Jenisej. Ik zit hier echt, met wel drie echte sjamanen op een bankje, samen stil opgaand in de schoonheid van de Siberische natuur. Echter dan dit kun je het niet krijgen. ‘

Zegt opeens een van die sjamanen: ‘Wil je een videoclip zien op mijn telefoon?’ 

Dat was Buyan. Net achttien, maar een groot sjamaan, zo was me verteld, hij praktiseerde al sinds zijn achtste. En wie was ik, om hem te vertellen dat je als sjamaan zoiets niet zegt op zo’n plek, op zo’n moment? Dus toen zat ik met drie sjamanen op een bankje naar een telefoon te kijken. Naar een selectie van scènes uit de ‘Bitva Ekstrasensov’, een Oekraïens tv-programma, dat dit jaar van januari tot mei is uitgezonden, een soort paranormale sterrenslag. Ze waren begonnen met meer dan 100 kandidaten, en Buyan was als zevende geëindigd. En omdat hij behalve een groot sjamaan ook gewoon een jonge jongen was, was hij er nog helemaal vol van. 

Sjamanenzangen
Ik was toen al een week in Toeva. Na drie dagen, met meer dan 30 graden, in de trein van Moskou naar Krasnojarsk, en 16 uur in de bus naar Kyzyl, had ik eerst een volle dag geslapen. De volgende morgen ging ik naar de schrijver van het boek met sjamanenzangen dat ik aan het vertalen ben, tevens levenslang president van de Toevaanse sjamanen, Mongoesj Borachevitsj Kenin-Lopsan. Ik had hem een paar weken eerder gebeld om te vragen of hij in augustus in Kyzyl zou zijn, maar we hadden niets afgesproken. Dat hoefde ook niet. Met zijn 86 jaar zit hij nog steeds iedere dag te werken in zijn izboesjka in het centrum van Kyzyl. 

Ik legde hem uit dat het niet opschoot met de vertaling, omdat ik te weinig wist van het sjamanisme en de zangen niet goed begreep. Ik wil ook dat de vertaling qua klank zo dicht mogelijk bij het origineel komt, dus ik had de Toevaanse teksten nodig, die hij voor het boek in het Russisch had vertaald. Hij stuurde me door naar 

© Madeleine Mes
© Madeleine Mes

het Nationale Museum, waar ik de teksten zou kunnen kopiëren, en naar 

© Madeleine Mes
© Madeleine Mes

Dungur, een van de sjamanenverenigingen in Kyzyl. 

Bij Dungur maakte ik kennis met 

© Madeleine Mes
© Madeleine Mes

Dorzju (m.), Sara (r.) en andere sjamanen. 

Vragenlijst
Ik had me goed voorbereid. In de trein had ik een lijst gemaakt van alle vragen die ik had over de zangen, de algysji. Ik wilde vooral weten hoe het voor een sjamaan zelf is om in trance teksten te improviseren die aan vrij strakke regels moeten voldoen. Ik had ook goed nagedacht over mijn eigen houding, want had gelezen dat een zelfverzekerde, professionele houding in Toeva al gauw arrogant wordt gevonden en dat je verder komt met bescheidenheid, en ik wist uit de literatuur dat sjamanen hun kennis niet zomaar prijsgeven, snel beledigd zijn, en dwars door je heen kunnen kijken. Bovendien had ik nog geen drie weken, dus ik kon me geen fouten permitteren. 

Dus ik kwam daar gewoon aanzetten als mezelf, helemaal in de wolken dat ik in een nest echte sjamanen was terechtgekomen, respectvol open voor alles wat ze me zouden willen toedienen. Oordelen kwam later wel, daar kwam ik niet voor. Dus toen Dorzju me vertelde dat zijn grootmoeder zo’n sterke sjamane was geweest, dat ze soms voor haar man tabak uit de hemel liet vallen, gewoon omdat hij trek in roken had, vroeg ik alleen of hij dat zelf ook had gezien, en accepteerde zijn bevestigende antwoord. Ik zag het droeve lot van mijn vragenlijst ook al aankomen, toen hij vertelde dat hij altijd zelf begon aan zijn zangen, maar dat de geesten het dan al snel overnemen en het meeste wordt voorgezegd, ‘подсказывается’. Dat was precies wat andere sjamanen ook zeiden, dus de vraag hoe ze het doen moest ik op een andere manier beantwoorden, dat konden ze zelf niet zeggen. 

Waarzeggen
Het was een stille periode bij Dungur, de meeste sjamanen waren op ‘komandirovka’ buiten de stad, want hun hoofdkwartier werd gerenoveerd. Er kwam een nieuwe bakstenen kachel met een nieuwe schoorsteen, en er werd 

© Madeleine Mes
© Madeleine Mes

een nieuwe plee gebouwd, die nog dagenlang heerlijk naar vers hout bleef ruiken. Er kwamen wel klanten, maar rituelen, ho maar. Wat ik zag, deed me eerder denken aan een huisartsenpraktijk. De klanten meldden zich bij de secretaresse, en gingen buiten op een bankje zitten wachten tot de sjamaan die ze wilden raadplegen vrij was. De meesten kwamen voor het waarzeggen. Elke sjamaan heeft daarvoor een speciaal mooi doekje en een stuk of dertig riviersteentjes. Ze hielden de steentjes in hun hand, bliezen erop, gooiden ze op het doekje, en schoven ze dan in hoopjes of rijen bij elkaar. Het fascinerende was dat ze daarbij allemaal hun eigen systeem volgden. Sara vertelde me dat ze het antwoord op de vraag altijd al wist voordat ze de steentjes gooide, maar ja, het hoorde er nu eenmaal bij. Twee keer zag ik iemand een sjamanenjas aantrekken en stoof ik dichterbij om te luisteren, maar alles wat ze deden was de klant reinigen met rook van een smeulend takje van de jeneverbesstruik – langs hoofd en lichaam omlaag, van voren en van achteren, onder de gespreide armen, onder de gespreide benen, en dan nog even voeten optillen om de voetzolen te reinigen. Ze spatten ook met zo’n takje melk uit een kommetje in het rond naar alle vier windrichtingen, als offer aan de geesten, en spraken gebeden uit, maar gezongen werd er niet. 

Die jeneverbesstruik speelt een grote rol in alle rituelen, en komt vaak voor in de zangen, wat ik als vertaler niet echt waardeer. Het Toevaanse woord is artysj, veel korter dus, en de associatie met jenever is ook niet welkom. Gelukkig werden jeneverbessen bij ons vroeger ook wel orakelbessen genoemd, dat klinkt al veel sjamanistischer. 

Bij het museum werd ik ook Toevaans vriendelijk ontvangen door de medewerkster die zich daar uitsluitend met het werk van Kenin-Lopsan bezighoudt. En ja, ze hadden het boek met de Toevaanse teksten inderdaad, maar helaas mocht dat het museum niet uit en was de inkt van het kopieerapparaat op. En het hele museum had het druk met de voorbereidingen van het 90-jarig bestaan van Toeva een paar dagen daarna, dus ze zaten ook niet echt op me te wachten. 

Reinigingsritueel 
Maar ik moest toch wat. Sara, met wie ik veel ben opgetrokken, had haar steentjes geraadpleegd over mij. En had me een echt reinigingsritueel aangeraden, om af te komen van alle slechte dingen die ik uit het verleden met me mee sleepte, en alle vloeken die ooit tegen me waren uitgesproken. Dus dat werd participerend onderzoek. Het ritueel vond plaats bij de heilige bron van de bever, net buiten Kyzyl. De sjamane die het uitvoerde, Dolaana, heeft me afgeraden om er veel over te praten, dus dat zal ik niet doen. Ik had vooraf toestemming gevraagd om het op te nemen met mijn webcammetje, dus als ik het gemonteerd heb… 

En ik kan vertellen dat, helemaal los van alle bovennatuurlijke en spirituele overwegingen, de psychologie erachter ijzersterk was. Niet een van de diverse psychologen die ik ooit heb geraadpleegd is het gelukt om mij zo strak te richten op alles wat goed en gezond en positief voor me is. Dat werkt nu nog steeds door. En misschien kwam het wel door het geneeskrachtige bronwater, dat ik de drie dagen erna moest drinken, maar mijn verontrustende hartkloppingen waren verdwenen. En dat terwijl mijn voornaamste reactie was, nadat ik een veel te lang doodstil in de brandende zon had gezeten met een kommetje melk in mijn handen, er een grote, in melk gedrenkte  vogelklauw ruw over mijn kleren en door mijn haar was gehaald, en mijn bovenlijf met melk was ingesmeerd, dat ik na thuiskomst onmiddellijk onder de douche ging met als enige gedachte: ‘Bah, wat een vies, primitief gedoe!’ 

Nog een pikant detail. Ik had ook foto’s gemaakt, waar ik geen toestemming voor gevraagd had. Waarop mijn camera het volle filmpje niet terugspoelde, wat ik niet door had. Ik merkte alleen dat het nogal moeite kostte om de camera open te krijgen, wat uiteindelijk toch lukte, zodat ik dat hele filmpje kon weggooien. Een uitstekende camera, die verder ook geen kuren heeft gehad. Klassiek. 

Ik was er intussen ook al achter dat sjamanen, behalve goede psychologische technieken, ook begaafdheden hebben. Ze wisten dingen van me die ik daar aan niemand verteld had. Dolaana wist dat ik gastritis heb. Dorzju wist dat ik mijn man en ik apart waren gaan wonen. Sara wist dat ik twee jaar terug mijn vader had verloren, en ongeveer gelijktijdig een vriend van mijn leeftijd. Het was een vreemde ervaring om zo transparant te zijn voor volstrekt onbekenden, maar ook erg opwekkend, want ze werden steeds aardiger tegen me en zagen dus kennelijk niet veel waar ze zich aan stoorden. 

Geest van de Beer 
Maar de remont zou nog duren tot ik weer was vertrokken, en er moest nog wel gewerkt worden. Ik toog opnieuw naar Kenin-Lopsan. Dit keer gewapend met één vertaling van één sjamanenzang, waarvan ik geen idee had hoe goed die geslaagd was. Bij ons eerste gesprek had hij laten blijken dat hij mijn reis vrij zinloos vond, en bleef hij herhalen: ‘Vertaal ze zoals je wilt, zoals je het zelf goed vindt,’ en dat ik dat niet kon, vond hij geen argument. 

Nu legde ik uit dat het niet opschoot met die remont, en voordat hij daarop kon reageren begon ik mijn vertaling voor te lezen. Dat hielp. ‘Mooi,’ zei hij, ‘het klinkt muzikaal’. En hij pakte meteen de telefoon, terwijl hij mompelde: ‘Ik ben toch president van alle Toevaanse sjamanen.’ Dit keer werd ik naar

© Madeleine Mes
© Madeleine Mes

Adyg-Eeren gestuurd, de Geest van de Beer, een rivaliserende sjamanenvereniging, met aan het hoofd Kara-Ool, die ooit nog in Ruigoord op bezoek is geweest, en zichzelf heeft uitgeroepen tot oppersjamaan van Toeva. 

© Madeleine Mes
© Madeleine Mes

We moesten ook weer samen op de foto, want ik had hem verteld wat er met mijn eerste filmpje was gebeurd. 

En ik weet niet wat hij heeft gezegd, maar toen ik de volgende middag bij Dungur onder het genot van het zoveelste sjekkie de toestand in de wereld zat te bespreken met Orlan Nikolajevitsj, een jonge, blinde sjamaan, kwamen drie sjamanen van Adyg-Eeren me ophalen voor een ritueel buiten de stad. Ludmila, Saïda en Volodja. We reden naar 

© tuvaonline.ru
© tuvaonline.ru

Altyn-Bulak, ofwel Gouden Bron, een nieuw, toeristisch joertendorp zo’n 40 kilometer van Kyzyl. Ze wisten nog niet precies waarvoor ze besteld waren, alleen dat er kort daarvoor een ceremonie was geweest om de plek te reinigen van negatieve invloeden. De vierde sjamaan, Buyan, was al ter plekke, en vertelde dat het nu tijd was voor een ceremonie om bescherming en welslagen af te roepen, en dat dat handig samenviel met het toeristische bezoek van een senator uit Moskou, de bekende regisseur Bondartsjoek, en een niet nader genoemde oligarch, die per helikopter arriveerde met veel gewapende bewaking. Ik had er als buitenstaander niets te zoeken, maar de politie bij de oprit had mij ook voor een sjamane aangezien. 

De sjamanen gingen aan het werk. Op de heilige plek achter de heuvel werd hout opgestapeld voor het vuur, hun jassen en trommels werden van extra belletjes voorzien en de trommels werden opgewarmd bij een elektrisch kacheltje, zodat het vel goed strak werd. Toen was alles klaar, behalve de hoge heren, die zaten nog in het restaurant. Wij gingen de omgeving bekijken, en zo waren we daar 

© Madeleine Mes
© Madeleine Mes

op dat bankje terechtgekomen, op die prachtige plek aan de Jenisej. Waar ik overigens helemaal gek werd van de muggen, die dwars door mijn kleren heen staken. De sjamanen leken er eerst weinig last van te hebben, dus met inspanning van al mijn krachten heb ik me ook NIET GEKRABD. Het was wel een hele opluchting toen het hen ook teveel werd. 

De hoge heren bleven maar tafelen. Zo lang, dat aansluitend in een van de andere joertes het keelzangconcert al begon, vast onderdeel van een toeristisch uitstapje naar Toeva. Het werd donker. Na het concert, bij elven, klonk uit weer een andere joerte bonkende dansmuziek. Ze waren nog steeds niet aan de sjamanen toe, die verbazingwekkend rustig bleven. Om een uur of half een begon het te regenen, en om één uur kwam iemand van het personeel vertellen dat het ritueel daarom niet doorging. 

Schoonheid en harmonie
Daar hadden de sjamanen geen boodschap aan. Ze werken niet voor de mensen, maar voor de geesten. Ze hadden het hout klaargelegd, de geesten wachtten, en nu konden ze eindelijk beginnen. We liepen met wat mensen uit het personeel de heuvel op, ik zette mijn netbookje op ‘geluid opnemen’, en er begon iets waarvoor woorden te kort schieten. 

Het bleef zacht regenen, maar de bijna volle maan kwam af en toe tussen de wolken uit, terwijl het boven de randen van het kleine dal uit rondom voortdurend weerlichtte. Het vuur laaide hoog op, vonken stegen ten hemel, de stof van de sjamanenmantels en de metalen attributen glansden en schitterden, terwijl zij trommelden, alle vier in een eigen ritme, met omhoog geheven armen bezweringen uitspraken, zongen, dansten, rondtolden, het duister in renden en van een heel andere kant weer opdoken, huilden als wolven, graan in het vuur gooiden om het te voeden, en met de traditionele lepel met negen uithollingen, de tos karak, zulke grote scheppen melk ten hemel wierpen dat de toeschouwers in elkaar doken om niet geraakt te worden. 

Mijn geluidsopname bestaat voor een groot deel uit het getik van de regen op het plastic tasje dat mijn netbookje beschermde. Maar zelfs als ik beeld en geluid perfect had kunnen vastleggen, zoals in een aantal filmpjes die op YouTube staan, weet ik niet of dat de ervaring recht zou doen. Bij het reinigingsritueel was ik al getroffen door de schoonheid van de plek, en door de sterke, zuivere stem van de sjamane. Bij deze nachtelijke ceremonie zat ik voornamelijk verbijsterd te kijken en te luisteren wat die mensen nu toch allemaal aan het doen waren, en werd ik veel te veel afgeleid door mijn elektronica, maar er waren een paar momenten bij van onvoorstelbare, onvoorspelbare schoonheid en harmonie, waardoor ik me precies kon voorstellen waarom het sjamanisme het zoveel duizenden jaren heeft volgehouden. Het zachte gebonk van de discomuziek uit de elektrisch verlichte joerte verderop leek in contrast niet meer dan een grove en heel tijdelijke vergissing. 

Toen het vuur was uitgebrand, het trommelen was verstild, en het personeel van het joertenkamp de heuvel had verlaten, bleven ze nog lang zitten,  sigaretten roken, napraten en nagiechelen in het Toevaans. Ze zeiden niets tegen mij, het was koud en het regende nog steeds, dus ik kon niet eens een sjekkie draaien, maar ik was volkomen tevreden en gelukkig. Niet omdat ik het eindelijk in het echt had meegemaakt, zulke gedachten kwamen op dat moment niet bij me op. Ik zat daar op een paar meter afstand van de grootste kunstenaars die ik in mijn bewogen leven ben tegengekomen, mensen die echt wisten hoe het moest en waarom. Zij waren me komen halen, ze hadden me laten zien waar het allemaal om gaat en ze waren me gunstig gezind. Ik had me nog nooit zo veilig gevoeld. 

Toen ze me achteraf vroegen hoe ik het had ervaren, duurde het even, maar toen wist ik het te formuleren: ‘Zo moet het zijn.’ ‘Tak dolzjno byt,’ zei ik, en Saïda herhaalde het plechtig: ‘Tak dolzjno byt.’ 

Op de heenweg waren we meegereden met een gezelschap danseressen, dat de hoge heren in het restaurant had vermaakt. Voor de terugweg hadden ze een lift geregeld in een auto, maatje Fiat. Voorin naast de bestuurder zat diens vrouw. Dus toen zat ik opeens, zonder dat er enige tovenarij aan te pas kwam, met vier sjamanen op de achterbank van een auto. Een half uur lang bij een sjamaan op schoot. Dat zal niet veel mensen zijn overkomen, denk ik. Het was nog even gezellig. Ludmila had een tijd in Duitsland gewoond en vroeg of ik ‘Vader Jacob’ kende, die vast nooit gedacht heeft dat hij nog eens midden in de nacht in Toeva zou worden bezongen. Buyan vertelde van die keer dat hij met 33 andere paranormaal begaafden in een bus zat voor de tv-opnames en ze het liedje van de 33 koeien gingen zingen. We hebben nog gedaan wie de meeste Chinese woorden kende, en we waren allemaal bijzonder content met elkaar. 

Twee dagen later ging ik naar Adyg-Eeren, ze bedanken en kennismaken met 

© centerasia.ru
© centerasia.ru

Kara-Ool. Dat laatste was geen succes, zijn Russisch is niet briljant en toen ik hem het boek met algysji liet zien en zei dat ik dat ik aan het vertalen was, begreep hij dat ik het had vertaald. Hij bladerde er lang in en zei dat het een goede vertaling was. Uit mijn antwoord bleek hoe het werkelijk zat en toen was ik meteen uit de gratie, want zo’n vergissing kan een oppersjamaan niet maken. 

Negen bronnen
Gelukkig was Volodja me nog steeds gunstig gezind. Hij liet me 

© Madeleine Mes
© Madeleine Mes

zijn kantoor zien, en zorgde dat ik mocht toekijken en fotograferen toen 

© Madeleine Mes
© Madeleine Mes

een andere sjamane een ritueel ging uitvoeren in haar kantoor. 

Later nam hij me mee naar nog twee grotere rituelen. 

V.l.n.r.: Michaïl Kozjoechov, Kara-ool, medewerker van Kozjoechov,  Saïda, schrijfster dezes met nieuwe rode hoed, Volodja, medewerker van Kozjoechov © Nikolaj Abajev, tuva.asia
V.l.n.r.: Michaïl Kozjoechov, Kara-ool, medewerker van Kozjoechov,  Saïda, schrijfster dezes met nieuwe rode hoed, Volodja, medewerker van Kozjoechov © Nikolaj Abajev, tuva.asia

Het eerste was voor Michaïl Kozjoechov, die in Rusland vrij bekend is om zijn documentaireserie ‘Ver en nog verder’. Het genre werd me omschreven als ‘kakkerlakken eten in Zuid-Amerika en zo’. Hij had een paar jaar terug Toeva gedaan, was bevriend geraakt met Kara-Ool, en nu was hij er half aan het werk, half op vakantie. Het ritueel was voor het succes van zijn volgende onderneming. 

© Aleksandr Krjazjev, RIA Novosti
© Aleksandr Krjazjev, RIA Novosti

En die nacht mocht ik mee naar Tos-Bulak, ‘Negen Bronnen’, een heilige plek waar de volgende dag Naadym zou worden gevierd, het jaarlijkse feest van de herders, met wedstrijden in boogschieten, paardenrennen en traditioneel Toevaans worstelen. De sjamanen voerden er voor het eerst een ritueel uit, dat Kara-Ool had ontworpen samen met een cultuurdeskundige. 

© Madeleine Mes
© Madeleine Mes

Ze gingen de opkomende zon begroeten, met negen vuren, die symbool stonden voor de negen hemelen, de negen planeten en de negen regio’s van het negentigjarige Toeva. Er waren negen sjamanen, ongeveer twintig toeschouwers, en evenveel cameramensen en fotografen. Die de hele tijd door het beeld van mijn webcammetje liepen, steeds als het echt mooi werd. 

© Aleksandr Krjazjev, RIA Novosti
© Aleksandr Krjazjev, RIA Novosti

Een paar goede foto’s van dat evenement zijn in alle grote Amerikaanse kranten terechtgekomen. 

Overgeërfde wijsheid
Ze hebben me uiteindelijk niets uitgelegd, maar ik heb genoeg begrepen voor mijn vertaling. Het gaat niet om de details van het ritueel, om hoeveel ijzeren poppetjes een sjamaan aan zijn jas heeft hangen, of om de exacte betekenis van een archaïsche term. Het gaat om harmonie en hartstocht, om discipline en schoonheid. 

Ik heb ook wel een vermoeden waar ze het vandaan halen, en wat het betekent dat de woorden ze worden ‘voorgezegd’. Ook de oude Griekse dichters dichtten niet zelf, maar begonnen met: ‘Muze, bezing mij de man, de vindingrijke…’ Waarop zij het ook kregen voorgezegd. 

Isaac Bonewits legt in zijn boek Real Magic een verband tussen het contact van de Grieken met de sjamanistische Scythen om de Griekse beschrijvingen van dichterlijke en profetische trances te verklaren, en de overeenkomst met de sjamanistische trance is evident. Maar dat verklaart niet waarom de eerdere Griekse dichters hetzelfde konden bereiken zonder in trance te gaan. 

Julian Jaynes beschrijft in zijn boek The Origin of Consciousness in the Breakdown of the Bicameral Mind de ontwikkeling van de wijze van ontvangst van profetische of dichterlijke boodschappen. Assyrische vorsten zijn luisterend naar hun goden afgebeeld in een tijd dat in de teksten geen sprake was van smeekbeden of ootmoedigheid, het lijken eerder zakelijke briefings. Ze horen hun goden net zo duidelijk en moeiteloos als de oudere dichters, en wat ze doorkrijgen is misschien wel overgeërfde wijsheid uit hun eigen onderbewuste. Of ze kunnen moeiteloos contact maken met de noösfeer of de Akasha Kronieken. Ze hebben in ieder geval vrij gemakkelijk toegang tot iets dat zij ervaren als iets anders dan hun eigen, bewuste geest. 

Maar met het complexer worden van de maatschappij was die wijsheid steeds vaker niet van toepassing, de ratio moest steeds vaker bijspringen en werd steeds belangrijker, en daardoor werden de hogere waarheden, de andere werelden, ook steeds moeilijker te bereiken. Dichters en profeten kregen niet zomaar meer woorden voorgezegd, maar moesten daarvoor in trance gaan, bezeten raken van de muze of de godheid, en ook die boodschappen werden met het verstrijken van de eeuwen onduidelijker, zodat de woorden van het orakel in Delphi uiteindelijk door een apart team van specialisten moest worden geïnterpreteerd. 

Hier in het westen zijn we het contact met die lagen van ons bewustzijn kwijt, en ook het contact met de waarheden en wijsheden die altijd van toepassing blijven. Het lijkt erop dat de ratio in Toeva wat minder heeft huisgehouden, en dat sjamanen relatief gemakkelijk een beroep kunnen doen op iets dat zij niet ervaren als hun eigen, bewuste geest. 

Een groot sjamaan is iemand dat dat goed kan. Het is niet zo dat zieken beter worden omdat er iemand bij ze komt waarvan iedereen zegt dat het zo’n grote sjamaan is. Het is andersom. Buyan werd vanaf zijn achtste jaar steeds vaker en steeds verder weg uitgenodigd om ceremonies uit te voeren, omdat hij zieken genas, verloren kostbaarheden terugvond en de toekomst correct voorspelde. Van die jonge blinde sjamaan, Orlan Nikolajevitsj, werd me ook verteld dat hij, zodra hij kon praten, de toekomst begon te voorspellen. 

Er komen regelmatig neosjamanen uit Rusland en uit het westen naar Toeva, vol verhalen over hogere roepingen en kosmische harmonieën, om in de leer te gaan bij hun grote voorbeelden. Het komt niet zelden voor dat ze snel weer vertrekken, ervan overtuigd dat die primitieve prutsers in Toeva helemaal geen echte sjamanen zijn, lang niet zo echt als zij zelf. Ik heb door de jaren heen een aantal van die lieden opgezocht en elke keer geconcludeerd dat ik er nog niet genoeg van begreep. Het voornaamste dat ik nog niet had begrepen was, hoe simpel het uiteindelijk is. 

Regenboog 
En met de teksten is het ook nog goed gekomen. De inkt van het kopieerapparaat was de dag voor mijn vertrek nog steeds op en het boek mocht nog steeds het museum niet uit, maar mevrouw Martaj-oolovna had haar eigen exemplaar van huis meegenomen om aan mij te verkopen. Dan was het ten minste ergens goed voor, zei ze. Ik heb haar beloofd dat ze het terugkrijgt als de vertaling af is. Buiten gekomen zag ik een regenboog in de fonteinen bij het museum. 

Ik ging afscheid nemen van Kenin-Lopsan en liet hem het boek zien. Hij zei: ‘Dat heb ik niet eens meer,’ en pakte het met trillende handen aan. ‘Wat was het moeilijk om dit uitgegeven te krijgen… Wat was ik jong, en dom… en dapper.’ Ik heb hem beloofd dat ik volgend jaar terugkom met mijn vertaling. Ik stak mijn handen uit met de handpalmen omhoog. Als oudere, en bovendien sjamaan, legde hij zijn handen erop, handpalmen omlaag, en zei: ‘Tsjaa.’ ‘Het zij zo.’ 

Mijn laatste stop was bij Adyg-Eeren. Daar wappert nu aan de rituele driepoot op de binnenplaats tussen de andere rituele lapjes mijn hemelsblauwe geschenk aan de geesten. 

Voor zover ik ze heb meegemaakt, moeten sjamanen altijd doen wat ze zeggen, anders raken ze hun vermogens kwijt. Dus ik ben er vrij zeker van dat er nu bij Dungur en bij Adyg-Eeren af en toe met een takje van de orakelbessenstruik wat melk wordt rondgesprenkeld voor mijn gezondheid, geluk en succes. 

Ik ben, zoals dat hoort bij zo’n expeditie, met meer vragen teruggekeerd dan ik op weg ben gegaan. Dus het is wel een veilig gevoel dat ik volgend jaar word terugverwacht in Toeva, in het centrum van Azië. 

Madeleine Mes

Naschrift van de auteur
Mijn reis in 2011 werd mogelijk gemaakt door een reisbeurs van het  Nederlandse Letterenfonds.

Na de reis heb ik een aantal bezoeken van sjamane Liudmila Oyun van  Adyg-Eeren aan Nederland georganiseerd. Hierdoor, en door persoonlijke  omstandigheden, is het me anno nu nog steeds niet gelukt om weer naar Toeva te gaan. Ook werk ik nog steeds, wanneer ik kan, aan de vertaling.

En omdat het daar allemaal om begonnen was, hierbij alvast een voorbeeld:

Een sjamaan van de onderwereld roept de ziel van een zieke terug

Ziel van de zieke, je joerte staat leeg. Denk toch na en keer terug.
Ziel, heb toch deernis, je kinderen raken verweesd als je gaat.
Ziel van de zieke, je vee is verdwaald in het donkere woud,
Wolven en beren besprongen, verslonden het, waar het ook kwam.
Het is waar. Het is waar.

Hier wachten schalen en koperen borden vol vlees op je komst.
Thee is zorgvuldig bereid voor je, vol zijn de theepot en kan.
Vast aan een paal staat je paard, goed gevoed, en schudt speels met zijn hoofd.
Ziel van de zieke, het wacht allemaal op je, wacht tot je komt.
Het is waar. Het is waar.

Ziel van de zieke, keer terug naar dit zonnenland, hier naar de haard.
Zaligheid zal dan je leven zijn, alles wordt goed, zul je zien.
Zij die de dubbele vlecht draagt voor jou is alleen en ze treurt,
wacht tot je terugkeert, ze kan dit niet dragen, ze lijdt zonder jou
Het is waar. Het is waar.

Onder de hemelen boven de wolken en verder omhoog,
Onder de Maan en de Zon en hun stralend en schitterend licht,
Wil je niet leven soms in deze streken hier, werkend en vrij?
Ziel van de zieke, je moet weer terug naar de joert die je wacht.
Het is waar. Het is waar.

Vorig artikel Eerste stappen
Volgend artikel De wereld van het Sovjet-kinderboek

April 2024

Ons steunen

Deel je Trakteer ons op een 
Spasibo bestaat zonder geld, maar niet zonder inspanning. Vind je een artikel leuk? Doneer voor een vrijwilligersvergoeding van je favoriete auteur. Elke cent telt!