Nederlands kunstwerk als Russisch icoon

Mei 1, 2019
Jan Mostaert, “Ecce homo”, fragment  © Poesjkinmuseum
Jan Mostaert, “Ecce homo”, fragment © Poesjkinmuseum

Een icoon voor Russisch-orthodoxe christenen én tegelijkertijd inspiratie voor Dostojevski: een paasverhaal van een bijzonder Nederlands schilderij.

In zaal 8 van het Poesjkinmuseum in Moskou hangt “Ecce homo” van Jan Mostaert. Dit paneel uit 1520 is een van de slechts enkele geïdentificeerde werken van de Haarlemse kunstenaar. De rol die het in het Russische geestelijke en culturele leven heeft gespeeld, is bijzonder groot in vergelijking met hoe weinig erover gekend is.

Jarenlang werd het werk door Moskovieten vereerd als icoon in de kerk "Vseh skorbiatjsjih radost'" (“Vreugde van allen die verdriet hebben” – een naam van een Onze-Lieve-Vrouwicoon) aan Bolsjaja Ordynka 20, die dienstdoet als een van de meest geliefde godshuizen in de Russische hoofdstad. In een archiefdocument uit het jaar 1862 staat: “Het gebeurt maar zelden dat er geen mensenmenigte te zien is voor het schilderij, waarop de Verlosser voor Pontius Pilatus staat... Wat een levendig werk! De traan die over de wang van Christus rolt, spreekt boekdelen ...” (“Редко не видно толпы народа перед картиною, изображающей Спасителя перед судом Пилата… какая необыкновенная живость! Как много говорит одна слеза, текущая из очей Спасителя”, “Вся Москва от А до Я, Сергей Шокарев, Михаил Вострышев”, М.: «Алгоритм», 2011, с. 171).

"Ecce homo" in de kerk "Vseh skorbiatjsjih radost'" voor de Oktoberrevolutie © ordynka.com
"Ecce homo" in de kerk "Vseh skorbiatjsjih radost'" voor de Oktoberrevolutie (de glazen deuren, rechts onderaan), tekening © ordynka.com

Waar het paneel zich 300 jaar lang bevond, blijft echter een mysterie. We kunnen zijn geschiedenis traceren tot Aleksandr Aleksejevitsj Koemanin – “Ecce homo” was zijn cadeau aan de kerk. Deze rijke Moskovische koopman was getrouwd met de tante van Dostojevski. Op die manier heeft de schrijver dit kunstwerk leren kennen. Een van zijn personages, prins Mysjkin, vertelt over het werk aan Adelaïda wanneer hij haar vraagt om een ter dood veroordeelde man te schilderen: “Het kruis en het hoofd, dat is het hele schilderij, het gezicht van de priester, de beul, diens twee knechten en nog een paar hoofden en ogen beneden, dat kan allemaal als achtergrond geschilderd worden, in de mist, als accessoire...” (“De idioot”, Uitgeverij van Oorschot, 2013, 2018, vertaald door Arthur Langeveld)

“Ecce homo” was toen trouwens toegeschreven aan Albrecht Dürer. Pas in de jaren 1920 kwam aan het licht dat het auteurschap aan Mostaert toebehoorde, wanneer het schilderij werd genationaliseerd en in de collectie van het Poesjkinmuseum werd ondergebracht.

“Ecce homo” in het Poesjkinmuseum: https://pushkinmuseum.art/data/fonds/europe_and_america/j/0000_1000/zh_1739/

Vorig artikel Naar het Bajkalmeer
Volgend artikel Op het Bajkalmeer