Johan de Boose over "Het Betere Boek": “Ik wou grenzen opengooien”

Okt 15, 2017
Caryl Strzelecki (links) en Johan de Boose (rechts)
Caryl Strzelecki (links) en Johan de Boose (rechts)

Op 13 en 14 oktober had het literair festival “Het Betere Boek” van het Willemsfonds plaats in Gent. Dit jaar stond de editie volledig in teken van Rusland en de honderdste verjaardag van de Oktoberrevolutie. Spasibo woonde beide dagen bij en zocht samen met de deelnemers en curator Johan de Boose naar de snijpunten van verhaal en geschiedenis.

Kunst en maatschappelijk belang, poëzie en mentaliteit, talent en land, uitgedrukt in woord, muziek en beeld – “Het Betere Boek” pakte het ‘Oktober’-thema aan onder de begeleiding van Johan de Boose vanuit de meest gevoelige invalshoeken, met alle zintuigen en denkvermogen.

Sociale betrokkenheid in de poëzie kwam aan het licht tijdens het optreden van Nina Mouravi en Oleksiy Yudin. Volgens vertaalster Mouravi speelt poëzie een belangrijkere rol in Russischtalige landen dan in België en Nederland en dat ligt vooral aan het feit dat er in de Nederlandstalige poëzie veel minder draagvlak is. Hoe ze het zelf verwoordde: “Er wordt in België en Nederland wel veel gedicht, maar minder gelezen en nog minder geluisterd”.

Nina Mouravi draagt poëzie van Mandelstam voor (midden). Rechts zit Oleksiy Yudin, links de interviewster Griet Pauwels.
Nina Mouravi draagt poëzie van Mandelstam voor (midden). Rechts zit Oleksiy Yudin, links de interviewster Griet Pauwels.

De actualiteit van de kunst verwees naar het thema van het festival in het gesprek tussen dichter Kirill Medvedev en zijn vertaler in het Nederlands Pieter Boulogne. Medvedev is een tegenstander van president Poetin en hij speelt ook een rol in de verkiezingen. In 2014 bracht hij zijn gedichtenbundel “Alles is slecht” (“Все плохо”) uit, gevolgd door zijn meest recente bundel “Biopolitiek” (“Поход на мэрию”), over hoe politiek het leven op verschillende vlakken beïnvloedt. Dit boek werd in oktober uitgebracht door Leesmagazijn.

We kregen niet alleen accordeon en piano te horen, maar ook Engels, Russisch en Nederlands, academische meningen en artistieke inzichten. Zoals elk jaar werd ook de Bronzen Uil uitgereikt voor het beste Nederlandstalige debuut van het jaar. Dit jaar ontving Lieke Kézér de prijs voor haar roman “De Afwezigen”, die een eigen toon van verlies en overleven toevoegde aan het thema van het festival.

Johan de Boose cementeerde het programma met stukken uit zijn eigen oeuvre: hij las zijn graphic novel “Oktober” voor terwijl zijn mede-auteur-illustrator Caryl Strzelecki live tekeningen maakte. En een van de meest intense voorstellingen werd “Bloedgetuigen”, een monoloog gebaseerd op zijn gelijknamige roman.

Voor dit optreden werden alle toeschouwers verzocht hun schoenen in te ruilen voor knusse hotelslippers, wat bijna de illusie creëerde dat allen gezellig thuis op de bank zaten, luisterend naar iemand die hen aan de hand van drie verschillende personages meenam op een reis vol oorlogsverhalen. Diezelfde man stond op het podium, pintje in de hand, en leek als het ware zonder script zijn duizend-pagina’s-tellende roman uiteen te zetten. Gedurende de voorstelling wisselde hij vier keer van schoenen: voor de Boose staan schoenen als ultieme metafoor voor de mens en voor persoonlijkheid; iets wat jou jou maakt. Welke schoenen trekt dan volgens hem “Het Betere Boek” aan?

Mira de Boose geeft een inleiding op de film D’Est: Au bord de la fiction van Chantal Akerman
Mira de Boose geeft een inleiding op de film D’Est: Au bord de la fiction van Chantal Akerman

Spasibo: U opent uw monoloog met de woorden “Ik ben een complex man. Ik maak alles complex.” Kunt u wat meer vertellen over uw ‘complexe’ persoonlijkheid? Is het daarom dat uw roman Bloedgetuigen maar liefst duizend pagina’s telt?

Johan de Boose: Ja, dat heeft ermee te maken. Voor “Bloedgetuigen” wou ik gewoon het verhaal van een jongen vertellen aan de hand van zijn brieven, maar gaandeweg breidde zich dat uit. Dan wou ik ook het verhaal van een Russische jongen in Leningrad vertellen. Dat leidde ertoe dat ik ook de geschiedenis nog wou vertellen. Zo gaat het altijd in het leven: je hebt de hoofdweg, en dan neem je een zijweg, en daarvan nog eens een zijweg en je blijft afdwalen. Als je verdwaalt, kan je wel steeds terugkeren naar de hoofdweg. Het gaat altijd zo bij mij. Ik heb aanvankelijk één idee, maar tijdens het proces krijg ik een miljoen andere ideeën. Ik moet leren om dingen eenvoudig te houden, maar ik wil altijd alles doen. Dat gaat helaas niet.

IK VIND RUSLAND EEN AFSCHUWELIJK LAND, MAAR TEGELIJKERTIJD BEN IK ER AL ZO VELE JAREN MEE BEZIG; ZO INTERESSANT IS HET.

Spasibo: U heeft zelf Russisch gestudeerd, u hebt veel reizen naar Rusland gemaakt: bent u een russofiel?

Johan de Boose: Nee, ik ben zeker geen russofiel. Het wisselt, ik zie het eerder als een haat-liefdeverhouding. Het gaat steeds van het ene uiterste naar het andere. Ik vind Rusland een afschuwelijk land, maar tegelijkertijd ben ik er al zo vele jaren mee bezig; zo interessant is het. Momenteel mag ik Rusland niet meer binnen. Mijn visum werd geweigerd en ze hebben me er geen reden voor gegeven. Ik ben wel niet zeker hoe het nu zit, want het is al even geleden dat ik een nieuw visum heb aangevraagd; Jan Fabre had me gevraagd om met hem mee te gaan naar Rusland (de Boose werkt momenteel samen met Jan Fabre aan een nieuw project Belgian Rules/Belgium Rules,  première in België – 3/11, Concertgebouw Brugge, in Nederland – 7/11, Stadsschouwburg Amsterdam. – Spasibo) maar door “Het Betere Boek” festival moest ik weigeren.

Spasibo: Dit jaar kreeg u de eer om curator te zijn van Het Betere Boek Festival. Hoe bent u te werk gegaan bij de samenstelling van het programma?

Johan de Boose: Ik wou zo veel mogelijk doen om grenzen open te gooien. Daarvoor heb ik sprekers uit Rusland en Engeland naar hier gekregen voor het festival. Zoals ik daarnet zei: ik stoot zo vaak op grenzen en barrières, maar ik hou niet van zulke beperkingen. We leven al in zo’n klein stukje als Vlaanderen en in zo’n klein land als België, maar de wereld daarbuiten is zo groot.

Kirill Medvedev (links) en Pieter Boulogne (midden). Het gesprek werd geleid door Michel de Dobbeleer (rechts).
Kirill Medvedev (links) en Pieter Boulogne (midden). Het gesprek werd geleid door Michel de Dobbeleer (rechts).

Spasibo: Het festival bevat een erg uitgebreid programma. Wat zijn volgens u de hoogtepunten?

Johan de Boose: Er is erg veel te zien, maar als ik één absolute aanrader kan geven: Kirill Medvedev. Hij is een fantastisch goede dichter. Geen klassieke zoals Mandelstam of Poesjkin dat was, maar hij durft zijn bek open te trekken en heeft een politieke boodschap. Hij is opgekomen bij de gemeenteraadsverkiezingen tegen de partij van Poetin, en ik hoop dat hij zich volgend jaar ook kandidaat stelt tijdens de presidentsverkiezingen. In een land als Rusland is het bewonderenswaardig hoe hij tegen alles durft in te gaan.

MENSEN MOETEN HUN GESCHIEDENIS KENNEN. ALS ZE NIET WETEN WAT ER IN DE WERELD GEBEURD IS, DAN ZIJN ZE DOM.

Spasibo: Dit jaar is het exact 100 jaar geleden dat de Oktoberrevolutie de geschiedenis voorgoed veranderde. Er zijn dit jaar heel veel culturele en literaire evenementen met die revolutie als centraal thema. Wat hoopt u dat met dit soort evenementen teweeggebracht wordt?

Johan de Boose: Mensen moeten in de eerste plaats hun geschiedenis kennen. Als ze niet weten wat er zo veel jaar geleden in de wereld gebeurd is, dan zijn ze dom. Ik vecht zelf al heel mijn leven tegen de domheid. Op school, in theater, op de radio en televisie, overal zouden we meer aandacht moeten besteden aan het waarom. Waarom is iets gebeurd? Alles herhaalt zich, en als we niet weten waarom iets in de eerste plaats zich heeft voorgedaan, maken we in de toekomst dezelfde fouten. Kijk naar de vluchtelingencrisis nu: zijn we echt vergeten wat er in Joegoslavië en in de Tweede Wereldoorlog gebeurd is? Blijkbaar wel. Het fake news van Trump is zo ironisch, want hij heeft gelijk. We worden compleet belazerd. Er is niks interessants meer te zien op tv of te horen op de radio. Met Het Betere Boek dat focust op de Oktoberrevolutie wil ik de mensen wakker schudden, omdat ik denk dat dat de grootste taak is van schrijvers en kunstenaars: mensen doen nadenken. Hoe ouder ik word, hoe pessimistischer me dit alles ook stemt. Er is een bekend aforisme: “Een pessimist is een goed geïnformeerde optimist” en daar kan ik me wel enigszins in vinden.

Spasibo: Welke plannen heeft u voor de toekomst? Bent u van plan om het thema Rusland verder uit te diepen vanuit nieuwe invalshoeken (graphic novel “Oktober”, podcast op Klara “Trojka!”…) of streeft u naar Vlaams-Slavische projecten?

Johan de Boose: Momenteel ben ik bezig met een boek over Armenië, een project voor de komende twee jaar. Ik wil in de voetsporen treden van de grote filmmaker Tarkovski. In Moskou verboden ze hem om zijn films te maken, dus vluchtte hij naar de uiterste rand van de Sovjet-Unie: Armenië. Toen ik daar vorig jaar was, had ik contact met de vrouw die Tarkovski bezocht tijdens zijn vlucht weg uit Moskou. Ik wil zijn sporen volgen door nog enkele lange reizen te maken door heel Armenië, zodat ik iets kan beschrijven en vertellen wat nog niemand weet.

Emmanuel Waegemans (links) en Willem Weststeijn (rechts)
Emmanuel Waegemans (links) en Willem Weststeijn (rechts)

Spasibo: Binnen de Nederlandstalige literatuur is er een vrij beperkte groep auteurs die zich bezighoudt met Rusland als thema in hun oeuvre. Wat is hun lot?

Johan de Boose: Het is altijd een marginale bezigheid geweest, en dat zal ook zo blijven. Of beter verwoord: het wordt als marginaal beschouwd, maar dat is het eigenlijk niet. Iets waar deze tijd vooral aan lijdt, is pessimisme. We moeten ophouden met alles in een negatief daglicht te plaatsen. Als Rusland in de media komt, is het altijd slecht, terwijl het zo veel mooie dingen te bieden heeft. De media doen steeds aan heel slechte framing, wat vooroordelen creëert.

Tekst, interview, foto’s: Machteld Ryckaert

Vorig artikel Twaalf
Volgend artikel Dertien

April 2024

Ons steunen

Deel je Trakteer ons op een 
Spasibo bestaat zonder geld, maar niet zonder inspanning. Vind je een artikel leuk? Doneer voor een vrijwilligersvergoeding van je favoriete auteur. Elke cent telt!